Lobo lost het op
Tiplijst Nederlandse kinderjury
Lobo, een jongen met een buitengewone fantasie, woont sinds kort in bij tante Talitha en oom Dominiek. In afwachting van de dag dat zijn moeder terugkomt, en ‘haar hoofd weer beter is’, zet hij elke dag een streepje op de muur. Hoeveel streepjes nog, dat is hem een raadsel. Intussen tracht Lobo zich te handhaven in het zelfgenoegzame gezin van tante Talitha. Met kinderlijke onverzettelijkheid gaat hij het gevecht aan met haar verwaandheid en minachting. Steeds weer zet hij zijn uitvinderstalenten in om wat mis gaat op te lossen. Toch worden zijn goedbedoelde uitvindingen (een ‘supersterk-stormbestendig-regenvast-kapsel’ voor tante Talitha, een lift om oma uit het raam naar beneden te hijsen…) niet gewaardeerd. Enkel oma, en later ook oom Dominiek, staan aan zijn kant en helpen hem met zijn ultieme, meest bevlogen uitvinding: de ‘aardigmaakmachine’, ontworpen op maat van tante Talitha. Met groot elan slaagt Lobo er uiteindelijk in de harde schelp van tante Talitha te doorbreken en door te dringen tot haar vroegere, aardige zelf.
In Lobo lost het op mengt Maaike Fluitsma geestige, groteske scènes (oma die op een kinderschommel in de vorm van een paard uit haar slaapkamerraam naar beneden wordt gelaten) met gevoelige scènes die het gemis van een kleine jongen voelbaar maken. Fluitsma verplaatst zich met succes in het hoofd van de kleine Lobo: ze slaagt erin zijn ervaringswereld op authentieke wijze vorm te geven. Op geen enkel moment zondigt ze tegen het gekozen personale vertelperspectief. Als oom Dominiek bijvoorbeeld zegt dat hij maar eens teruggaat ‘naar de gebakken lucht en koude kak’, knikt Lobo, ‘ook al heeft hij geen idee wat oom ermee bedoelt’.
In een poging de wereld en de gevoelens op een bevattelijke manier te schetsen, bezondigt Fluitsma zich wel eens aan een enigszins ongenuanceerde voorstelling van zaken. Zo wordt tante Talitha behoorlijk karikaturaal neergezet als een hooghartig serpent dat geld inzamelt voor een ‘goed doel’ ? namelijk ‘verlichting op de tennisbaan’. Verder in het boek nuanceert oom Dominiek dat beeld enigszins door haar als een parvenu te kenschetsen en dat klinkt dan meteen oppervlakkig moraliserend: ‘”Diep in haar hart is ze ook aardig. Alleen weet ze niet meer zo goed hoe ze bij dat plekje moet komen. Dat komt omdat ze met mij is getrouwd. Toen had ze ineens een heleboel geld. Sommige mensen veranderen daardoor en kunnen dan onaardig worden.”‘ Maar misschien leest een dergelijke stereotiepe voorstelling van zaken juist lekker weg. Lobo lost het op, Fluitsma’s vierde boek, is een toegankelijk, vermakelijk en gevoelig verhaal waarvan vooral het innemende hoofdpersonage lang bijblijft. [Judith Van Doorselaer]
De 7-jarige Lobo heeft het niet makkelijk als hij logeert bij zijn oom en tante, omdat zijn moeder is opgenomen in een kliniek. Behalve dat hij haar vreselijk mist, gedragen z’n tante, z’n neef en nicht zich ronduit onheus tegen hem, speciaal als hij allerlei fantasievolle uitvindingen op hen loslaat om in de smaak te vallen. Gelukkig begrijpt oma hem wel en steunt oom hem ten slotte ook bij de uitvinding van een ‘aardigmaakmachine’ voor tante. Lobo’s uitvindingen zijn hilarisch, maar de reacties van tante zijn cru, evenals de scheldwoorden van neef en nicht. De wijze waarop Lobo tegen de hatelijkheden opbokst, is roerend, maar het contrast in dit boek tussen goed en kwaad is wel erg groot en beangstigend voor de kinderen op wie het boek zich richt. Vlot eigentijds taalgebruik met veel dialoog. De volle bladspiegel wordt regelmatig onderbroken met zwart-witte, gewassen pentekeningen die veel actie tonen. Eventueel voor jonge kinderen die al kunnen relativeren. Vanaf ca. 8 jaar.
NBD